Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [41]men heeft Zijn [42]graf [43]bij de goddelozen [44]gesteld, en Hij is bij den rijke [45]in Zijn dood geweest, omdat Hij [46]geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is. 41. Of, hetwelk wel zijn graf, enz., hetwelk, te weten volk van Jeruzalem. 42. Of, begrafenis. 43. Of, met. 44. Of verordineerd; dat is, men heeft zijn graf met goddelozen besteld, die het bewaken en bewaren zouden. Zie Matth.27:63,64,65,66. Anderen nemen het in dezen zin: De boze Joden meenden wel dat men het lichaam van Christus bij, of met moordenaarslichamen zou wegdoen, om zulke en andere oorzaken als zodanige dood van Pilatus vorderende; maar de voorzienigheid Gods had dit anders geordineerd, want Christus is begraven geworden in het graf van Jozes van Arimathea, een eerlijk en rijk raadsheer; Matth.27:60. 45. Hebreeuws, in zijne doden; in het getal van velen, dat is, na zijn geweldzamen dood. Vergelijk Ezech.28:10, met de aantekening. Of, doden, omdat Christus niet een, maar als vele doden voor ons geleden heeft. 46. Of, geen geweld, maar integendeel, oprecht, rechtvaardig en eenvoudig gehandeld en gewandeld heeft, zo in woorden als in werken.